zijn harp
wij keken
Hou je van vis?
Wat een vang!
Waar is je man?
Heb je bonen?
Het spijt me.
Dit is mijn man.
Hij snurkt.
ik schreef
je schreef
enkele keren
Mag ik wat zout?
Breng het mij.
Geef me de vijf!
dit weekend
Wat is de datum?
Ik heb koorts.
vijf over half elf
Tom zat naast me.