Understand spoken Dutch

"on" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
to jump on the bandwagon

op de kar springen

her hands on her lap

haar handen op haar schoot

and now they are on the right track

en nou zijn ze op de goeie weg

Even on TV there’s racism.

Zelfs op TV is er racisme.

What do you want to do on Monday?

Wat wil je doen op maandag?

The man had pain in his chest.

De man had pijn op zijn borst.

a cart that rattles on the cobblestones

een kar die ratelt op de keien

Can you show me that on the map?

Kunt u mij dat tonen op de kaart?

There is a lot of junk on the attic.

Er staat veel rommel op de zolder.

The keys are on my desk.

De sleutels liggen op mijn bureau.

This applies to many people.

Dit is van toepassing op veel mensen.

in markets only food stalls

op markten alleen kraampjes met voeding

on the third landing a door stood ajar

op de derde overloop stond een deur op een kier

All the instructions are on that paper.

Alle aanwijzingen staan op dat papier.

and on the hedge sat a raven and made her complain

en op de heg zat een raaf en deed haar klagend gekras horen

then she took twenty mattresses and laid them on the pea

daarop nam zij twintig matrassen en legde deze op de erwt

The New Year's sun rose and shone upon a little corpse.

De nieuwjaarszon ging over het kleine lijkje op.

No more disposable cups at events

Geen wegwerpbekers meer op evenementen

frozen to death on the last evening of the year.

doodgevroren op de laatste avond van het oude jaar.

She sat down on a step from the landing in the courtyard.

Zij ging op een trede van het bordes op de binnenplaats zitten.