vijfentwintig
negenentwintig
Dit is mijn moeder.
Ik ben 25.
Het is vijfentwintig over acht.
de kinderen
zevenentwintig
mijn kinderen
zij kon in de kamer zien
Deze kinderen zijn ook van Tom.
te maken
als je goed bent
wij zijn
Ze kwam!
wij waren
Ze kwam om het zelf te doen.
het ei
de eend
ik wist
de hele dag