Miscellaneous Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	it (abbreviation)	’t
	itself	zichzelf
	apart	uit elkaar
	was setting	onderging
	grandfather	grootvader
	with it	ermee
	daylight	daglicht
	abroad	buitenland
	square	vierkant
	false	niet waar
	the day after tomorrow	overmorgen
	triangle	driehoek
	living room	woonkamer
	to live together	samenwonen
	to give back	teruggeven
	heart attack	hartaanval
	speaking	aan het woord
	to clean	schoonmaken
	to convey; to transport	overbrengen
	to reimburse	terugbetalen