Niemand neemt me serieus.
Ik moet telefoneren.
een formulier invullen
Het is een klaslokaal.
slechtgezind zijn
Hoeveel talen spreek je vlot?
Ik ben tegen corruptie.
Het weer werd plots warmer.
een belangrijke hefboom
een gebreide bivakmuts
een briljante theorie
Tom is Maria’s kleinzoon.
opzegging bevestigen
mijn oprechte medeleven
het ziekteverzuim
het gegevensmodel
een schotel rauwe groenten en dipsaus
Drinken zij nooit alcohol?
An zit in de tuin een boek te lezen.
een doorslaand succes