de pieren
Rij langzaam.
de wonden
maar het eendje dacht, dat zij hem kwaad wilden doen en vloog in zijn angst juist in het melkvat, zodat de melk overal in de kamer rondspatte
de hotels
de kamers
de lakens
de ponden
de bubbel
de snacks
de zonden
de schort
de lokken
de lening
de leider
gaan skiën
Bel je moeder!
bezemkast
de staart
het gareel