Jobs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Does he like his new job?	Bevalt zijn nieuwe baan?
	Who’s the president of this country?	Wie is de president van dit land?
	the thief	de dief
	Stop! Thief!	Stop! Dief!
	the leader	de leider
	team leader	teamleider
	Have some pizza.	Neem wat pizza.
	the vacancy	de vacature
	the lawyer	de advocaat
	business owner	bedrijfsleider
	There is a vacancy.	Er is een vacature.
	The vacancy is open.	De vacature staat open.
	The police are looking for the robber.	De politie is op zoek naar de dief.
	I want to talk to a lawyer.	Ik wil een advocaat spreken.
	I can recommend a good lawyer.	Ik kan een goede advocaat aanbevelen.
	emergency doctor	spoedarts
	the supervisor	de opziener
	the queen	de koningin
	gamekeeper	jachtopziener
	the teacher	de leerkracht