Ben ik verliefd?
Ik speel graag piano.
Ik was de ramen nooit.
Ik heb geen tijd gehad.
Nee, ik versta je niet.
Ik gebruik geen drugs.
Ik ben verdwaald.
Waar kan ik douchen?
Ik heb je al betaald.
Ik heb geen toekomst.
Ik denk een kwartier.
Ik heb buikpijn.
Ik lunch meestal thuis.
Ik heb ontslag genomen.
Ik leg een knoop in het touw.
Ik heb drie wortels nodig.
Ik vind de winkel niet leuk.
Ik zal het Tom morgen vragen.
Ik verkoop een nieuwe auto.
Ik heb een koude douche nodig.