Ik krijg mijn koptelefoon niet van mijn hoofd.
Ik weet dat ik mijn Nederlands moet verbeteren.
in het water moet het, al zou ik het er ook zelf induwen
Ik wist niet dat Mary jouw kleindochter was.
die is het verstandigste schepsel, dat ik ken
«Ik denk, dat ik de wijde wereld maar in zal gaan!» zei het eendje.
Ik zal naar hen toe vliegen, naar die koninklijke vogels!
Ik was vergeten dat het Tom zijn verjaardag was vandaag.
Ik weet dat je weer verdwijnt als het lucifertje uitgaat.
en langs het tuinpad van m’n vader zag ik de hoge bomen staan
Zoals beloofd, stuur ik je nog eens de bevestiging door.
Ik denk dat thuisonderwijs een redelijk educatieve keuze is.
Als ik bij de proeven veel lef moet tonen, zal dat moeilijk worden.
Dat vind ik allebei niet juist en dat zit mij persoonlijk dwars.
had ik graag even de vacature met u doorgenomen via telefoon
Ik kon ze er maar niet in krijgen; hoe ik ook kwakte, het hielp mij niemendal!
“Ik denk wel, dat het goed zal opgroeien en mettertijd wat kleiner worden.”
Ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om mijn wensen over te brengen.
Maar zij zullen mij doden, omdat ik, die zo lelijk ben, mij in hun nabijheid durf wagen
Ik heb op iets hards gelegen, zodat ik er over mijn hele lijf bont en blauw uitzie!
