Understand spoken Dutch

"he" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
He has a body piercing.

Hij heeft een piercing.

He is a big coward.

Hij is een grote lafaard.

He never watches television.

Hij kijkt nooit televisie.

He looked for his keys.

Hij zocht zijn sleutels.

He had nightmares.

Hij had nachtmerries.

he felt a wave of excitement

hij voelde een golf van opwinding

He turned traitor.

Hij is een verrader geworden.

He had broken up with his wife.

Hij heeft met zijn vrouw gebroken.

Because of the fall, he broke a bone in his leg.

Door de val brak hij een bot in zijn been.

He went there in person.

Hij ging er persoonlijk naar toe.

Without his glasses, he is as blind as a bat.

Zonder zijn bril is hij zo blind als een mol.

He has a foreign car.

Hij heeft een buitenlandse wagen.

Ron said it made him sick

Ron zei dat hij daar misselijk van werd

He walked to the castle with great strides.

Hij liep met grote passen naar het kasteel.

He didn’t seem to be worried about this.

Hij lijkt zich hier geen zorgen over te maken.

he made more noise than was wise

hij meer geluid maakte dan verstandig was

Splash! Splash! it went again, without him grabbing it.

Plof! plof! ging het weer, zonder dat hij het beetpakte.

He actually had to turn a beetle into a button.

Hij moest eigenlijk een kever in een knoop veranderen

He’s a descendant of Queen Victoria!

Hij is een afstammeling van koningin Victoria!

Now he clapped his wings, stretched his slender neck, and cried joyfully, from the depths of his heart

Nu klapte hij met zijn vleugels, richtte zijn slanke hals op en jubelde van ganser harte