hij strekte zijn snoet juist naar het eendje uit
Hier woonde een oude vrouw met haar kater en haar kip.
Zij klapten met hun vleugels en zwommen fier in het water.
Vraag het zelf maar aan onze meesteres, de oude vrouw
deze klapten luider dan vroeger en droegen hem krachtig van daar
“Nu begint het mij haast te vervelen!” en zij ging er weer op zitten.
“Wel zo, hoe gaat het?” vroeg een oude eend, die haar eens een bezoek kwam brengen.
Prinsessen waren er genoeg; maar of het echte prinsessen waren, kon hij niet te weten komen.
«Zoveel geluk had ik mij niet kunnen voorstellen, toen ik nog een lelijk eendje was!»
De vrouw sloeg de handen in elkaar, waarop het eerst in het botervat en toen in de meelton vloog
Ben je niet in een warme kamer gekomen en heb je niet een gezelschap, waarvan je nog wat kunt leren?
Zij lijken allemaal precies op hun vader; maar die ondeugd komt mij niet eens bezoeken.
“Piefpafpoef!” klonk het weer, en nu vlogen er gehele scharen wilde ganzen uit het riet op.
Een welopgevoed eendje zet zijn poten buitenwaarts, evenals vader en moeder doen.
“Dat komt, omdat ik zo lelijk ben,” dacht het eendje, kneep de ogen even dicht en liep toen weer voort.
het zwom in het water, het dook met zijn kopje onder, maar door alle dieren werd het om zijn lelijkheid met minachting bejegend
Ach!
“Je bent verschrikkelijk lelijk!” zeiden de wilde eenden; “maar dat kan ons niet schelen, als je maar niet met iemand van onze familie trouwt!”
Niemand had er enig vermoeden van, wat al schoons zij gezien had, in welk een glans zij met haar grootmoeder het nieuwe jaar ingetreden was.
maar het eendje dacht, dat zij hem kwaad wilden doen en vloog in zijn angst juist in het melkvat, zodat de melk overal in de kamer rondspatte