een schotel rauwe groenten en dipsaus
nederig en bescheiden
wanneer ik het geprint had
Stop met zeuren en vertrek.
Het arme eendje werd door allen geplaagd; zelfs zijn zusters waren kwaad op hem en zeiden steeds: “Mocht de kat je maar beetpakken, jou lelijk schepsel!”
De wolf en de drie biggetjes
Ik was zo kalm als een komkommer.
Waar zijn de paspoorten?
Goudlokje en de drie beren
Yanni is jong en atletisch.
Je moet opletten voor die man.
geen handdruk of omhelzing
Je ziet eruit als je vader.
Tom weigert te eten of drinken.
Sjakie en de chocoladefabriek
Als het mooi weer is, eten we op het terras.
Ze keek zowel nijdig als bezorgd.
Ik spreek Engels en Italiaans.
“Kwak, kwak! Gaat maar met mij mee, dan zal ik je in de grote wereld brengen en je in de eendenkooi voorstellen: maar zorgt, dat je dicht in mijn nabijheid blijft, en neemt je voor de kat in acht!”
Er bestaat ook zoiets als toeval.