zijn kraag
zijn nieuwe trui
de bolhoed
de pantoffels
Mijn voet is zo dik dat hij niet meer in mijn schoen past.
het gaf licht, en waar het schijnsel op den muur viel, werd deze doorzichtig als een sluier
de pet
de jas
de rok
het vest
de sokken
de schort
doornenkroon
de hoofddoek
de pantoffel
de bivakmuts
Tom kocht een dure jas.
een hoofddoek
Draag je vaak een hoed?
het kledingstuk