Understand spoken Dutch

Animals Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Dogs often bury bones. Honden begraven vaak botten.
You never know how things are going to turn out. Je weet nooit hoe een koe een haas vangt.
young hares and meadow bird chicks jonge hazen en weidevogelkuikens
Tom wants to buy a pony for his son. Tom wil een pony kopen voor zijn zoon.
Caterpillars often crawl on leaves. Rupsen kruipen vaak op bladeren.
the unicorn is a mythical animal de eenhoorn is een mythisch dier
Dogs are smarter than we think. Honden zijn slimmer dan we denken.
Cats are very clean animals. Katten zijn heel propere beesten.
The dog’s drool stained the carpet. De kwijl van de hond vlekte het tapijt.
He whirled himself in the water like a wheel, stretched out his neck towards the swans, and uttered such a loud and strange scream that it frightened himself. Het draaide zich als een tol in het water rond, strekte zijn kop hoog in de lucht naar de zwanen uit en gaf zulk een luide en zonderlinge schreeuw, dat het er zelf van schrikte
The oxen graze in the green pasture. De ossen grazen in het groene weiland.
The two dogs quarreled over the bone. De twee honden vochten voor het been.
Yanni’s dog is not aggressive. De hond van Yanni is niet agressief.
These mosquitos are eating me alive! Die muggen verslinden mij levend!
There’s a cockroach in the bathroom. Er zit een kakkerlak in de badkamer.
his horses are faster than eagles zijn paarden zijn sneller dan adelaars
The squirrels jumped from branch to branch. De eekhoorntjes sprongen tak op tak af.
By chance he saw a rare butterfly. Toevallig zag hij een zeldzame vlinder.
When the cat’s away, the mice will play. Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
When the fox is preaching the Passion, farmer, watch out for your chickens. Als de vos de passie preekt, boer, let op uw kippen.