Mag ik je iets vragen?
We zijn eindelijk vrij.
Geef me mijn ring terug.
Ik kan je niet volgen.
Waar komt u vandaan?
Waar kom je vandaan?
Wat zit er in deze dozen?
Hij is zo jong en ziet er zo prachtig uit!
Ze spreekt geen Frans.
Tom eet meer spek dan Mary.
Hoe houd je de kosten laag?
Ik dacht niet helder na.
Ik vond het leuk wat je zei.
Ik heb nog geen ja gezegd.
Heb je er een gevonden?
Er viel een vlieg in de melk.
Herhaal dit nog een keer.
Wij begrijpen waarom.
Begrijpen wij je niet?
Ik wil mijn sleutel terug.