Adjectives Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	an old farm	een oude boerderij
	That building is beautiful.	Dat gebouw is prachtig.
	Some people are beautiful.	Sommige mensen zijn mooi.
	Your team is better than ours.	Jouw team is beter dan het onze.
	You look terrible.	Je ziet er verschrikkelijk uit.
	It was a big and ugly beast!	Het was een groot en lelijk beest!
	It is terrible!	Het is verschrikkelijk!
	The poor duckling had it very bad already.	Het arme eendje had het al heel slecht.
	I’m guessing you didn’t buy this yourself.	Ik denk dat jij dit niet zelf hebt gekocht.
	Tom and Mary bought an old farm.	Tom en Mary hebben een oude boerderij gekocht.
	“Terribly bad!” said the princess.	“Verschrikkelijk slecht!” zei de prinses.
	“What a terribly big duckling that is,” she thought; “None of the others looks like this.”	“Wat is dat een verschrikkelijk groot eendje,” dacht zij; “geen van de anderen ziet er zo uit.”
	red hair	rood haar
	red meat	rood vlees
	red light	rood licht
	a new bed	een nieuw bed
	the large bed	het grote bed
	a large bed	een groot bed
	white wine	witte wijn
	the first time	de eerste keer