Understand spoken Dutch

"a; an" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
a great adventure

een geweldig avontuur

Lit up by the blazing sun, there stood an old castle, that was surrounded by a deep canal, and from the wall to the water thick brushwood was growing.

Door de glans der zon beschenen, stond daar een oud kasteel, dat door een diepe gracht omgeven was, en van de muur tot aan het water groeide dicht kreupelhout.

a malnourished vulture

een ondervoede gier

a bad decision

een nefaste beslissing

“That’s not possible,“ said the duckling’s mother; “It is not beautiful, but it has a good heart and swims just as good as the others, yes, I must say, even better.

“Dat gaat immers niet,” zei de moeder van het eendje; “het is wel niet mooi, maar het heeft een goed hart en zwemt even flink als al de anderen, ja, ik moet zeggen, nog beter.

Brazil is a large country.

Brazilië is een groot land.

“The other ducklings look very sweet,“ said the old duck; “make yourself at home, and if you find an eel head, you can bring it to me.“

“De andere eendjes zien er allerliefst uit,” zei de oude eend; “doe maar, alsof je thuis waart, en als je een palingkop vindt, dan kun je die wel aan mij brengen.”

Do you have a larger room?

Heeft u een grotere kamer?

to fill in a form

een formulier invullen

It’s a classroom.

Het is een klaslokaal.

an important lever

een belangrijke hefboom

a knitted balaclava

een gebreide bivakmuts

a brilliant theory

een briljante theorie

assorted raw vegetables and dips

een schotel rauwe groenten en dipsaus

Anne is sitting in the garden reading a book.

An zit in de tuin een boek te lezen.

a resounding success

een doorslaand succes

Another round, please.

Nog een rondje, alstublieft.

It’s a very long flight.

Het is een hele lange vlucht.

a sympathetic sound

een meelevend geluidje

I’m looking for a warm, woolen skirt.

Ik zoek een warme, wollen rok.