zo’n
een kamer
een bus
een kip
Ik heb een boek.
een tafel
een half uur
een oude tafel
Een tafel voor één, alstublieft.
Is er een telefoon in de kamer?
Het was een groot en lelijk beest!
een goede dag
En toch zei zij, dat ze een echte prinses was.
Ik heb een kat.
een paar jaar
Ik heb een hond.
Ik wil een kat zijn.
Wat een grote hond!
Hij heeft een hond.
een beetje