Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Search
Search
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Dictionary
English-Dutch Dictionary - H
Primary tabs
English-Dutch
Dutch-English
Dialogues
0
(1)
1
(8)
2
(4)
3
(1)
4
(1)
A
(1816)
B
(694)
C
(1172)
D
(817)
E
(502)
F
(660)
G
(404)
H
(998)
I
(1701)
J
(119)
K
(76)
L
(480)
M
(672)
N
(341)
O
(377)
P
(845)
Q
(32)
R
(512)
S
(1688)
T
(6716)
U
(153)
V
(123)
W
(1095)
X
(4)
Y
(338)
Z
(14)
English
Dutch
Recording
Learn
herbs
kruiden
Learn
herbs and spices
kruiden en specerijen
Learn
here
hier
Learn
Here an old woman lived with her cat and her chicken.
Hier woonde een oude vrouw met haar kater en haar kip.
Learn
Here are the new words that I have noted down until today.
Hier zijn de nieuwe woorden die ik tot vandaag heb genoteerd.
Learn
Here it lay all night; it was tired and sad.
Hier lag het de gehele nacht; het was vermoeid en verdrietig.
Learn
hereby
hierbij
Learn
Here’s a list of things that Tom needs to do.
Hier is een lijst met dingen die Tom moet doen.
Learn
Here’s the tricky part.
Hier is het lastige gedeelte.
Learn
heritage
erfgoed
Learn
hero
held
Learn
heroic
heldhaftig
Learn
herring
haring
Learn
herself
zich
Learn
hey
hé
Learn
hey
hè
Learn
He’ll show up soon.
Hij zal spoedig komen opdagen.
Learn
He’s a descendant of Queen Victoria!
Hij is een afstammeling van koningin Victoria!
Learn
He’s a fast walker.
Hij kan snel lopen.
Learn
He’s a member of the golf club.
Hij is lid van de golfclub.
Learn
He’s a real daredevil on his motorcycle.
Hij is een echte waaghals op zijn motor.
Learn
He’s absent.
Hij heeft verzuim.
Learn
He’s accustomed to traveling.
Hij is gewend om te reizen.
Learn
He’s acting out of spite.
Hij handelt uit rancune.
Learn
He’s always busy.
Hij is altijd bezig.
Learn
He’s always short of money.
Hij komt altijd geld te kort.
Learn
He’s desperately trying to make up for the delay.
Hij tracht wanhopig de achterstand goed te maken.
Learn
He’s financially dependent on his wife.
Hij is financieel afhankelijk van zijn vrouw.
Learn
He’s home alone.
Hij is alleen thuis.
Learn
He’s our neighbor.
Hij is onze buur.
Learn
He’s shaking his head.
Hij schudt zijn hoofd.
Learn
He’s smoking a pipe.
Hij is een pijp aan het roken.
Learn
He’s so generous.
Hij is zo gul.
Learn
He’s there.
Hij is daar.
Learn
He’s too nice for his own good.
Al te goed is buurmans gek.
Learn
He’s trickier than he looks.
Hij is listiger dan hij eruitziet.
Learn
Pagination
First page
« First
Previous page
‹ Previous
…
Page
13
Page
14
Page
15
Page
16
Current page
17
Page
18
Page
19
Page
20
Page
21
…
Next page
Next ›
Last page
Last »