English-Dutch Dictionary - A

0 (2) 1 (12) 2 (5) 3 (1) 4 (1) 6 (1) 7 (1) 8 (2) 9 (1) A (2004) B (710) C (1201) D (836) E (522) F (714) G (423) H (1103) I (1950) J (120) K (79) L (490) M (726) N (369) O (429) P (865) Q (33) R (519) S (1796) T (7023) U (158) V (125) W (1179) X (4) Y (374) Z (20)

English	Dutch	Learn
and, see, she has a red patch on her leg; that is something very beautiful and the greatest honour that a duck can receive; it means that they do not want to lose her and that she must be recognized by animals and people.	en, zie je wel, zij heeft een rood lapje om haar poot; dat is iets heel moois en de grootste onderscheiding, die een eend te beurt kan vallen; dat betekent, dat men haar niet kwijt wil raken en dat zij door dieren en mensen erkend moet worden.	Learn
angel (diminutive)	engeltje	Learn
angel	engel	Learn
anger	woede	Learn
anger	boosheid	Learn
Angkor Wat	Angkor Wat	Learn
angrily	toornig	Learn
angry	kwaad	Learn
angry (plural feminine)	boos	Learn
angry	toornig	Learn
angry	nijdig	Learn
angry	boos	Learn
animal	dier	Learn
animals	dieren	Learn
ankle	enkel	Learn
Anne (girl’s name)	An	Learn
Anne is sitting in the garden reading a book.	An zit in de tuin een boek te lezen.	Learn
announced (past participle)	aangekondigd	Learn
announcement	melding	Learn
announcements	mededelingen	Learn
annoyance	ergernis	Learn
annoyed (singular)	ergerde	Learn
annoying	vervelend	Learn
annual	jaarlijks	Learn
annual accounts	jaarrekening	Learn
annual basis	jaarbasis	Learn
annual report	jaarverslag	Learn
annual report	jaarrapport	Learn
annual salary	jaarsalaris	Learn
annually	jaarlijks	Learn
anointing	zalving	Learn
anointing oil	zalfolie	Learn
Anointing oil was used in ancient times to anoint kings.	Zalfolie werd in de oudheid gebruikt om koningen te zalven.	Learn
another address	een ander adres	Learn
Another drink?	Nog een borrel?	Learn
Another glass of water, please.	Nog een glas water, alstublieft.	Learn