Summary
The Dutch translation for “to swim” is zwemmen.
Examples of "to swim" in use
There are 9 examples of the Dutch word for "to swim" being used:
Recording |
English |
Dutch |
Learn |
|
How often do you go swimming? |
Hoe vaak ga je zwemmen?
|
|
|
“But it is so delightful to swim about on the water,” said the duckling |
“Maar het is zo prettig, in het water te zwemmen,” zei het eendje
|
|
|
I try to swim a kilometer a day. |
Ik doe mijn best een kilometer per dag te zwemmen.
|
|
|
whether he likes to swim in the water, or to dive under it |
of hij er van houdt, in het water te zwemmen of onder te duiken
|
|
|
This river is dangerous to swim in. |
Het is gevaarlijk om in deze rivier te zwemmen.
|
|
|
Leave that behind and teach your other children to swim! |
Laat dat maar liggen, en leer je andere kinderen liever zwemmen!
|
|
|
Do you think maybe she would like to swim, and to let the water splash over her head? |
Denk je misschien, dat zij plezier heeft om te zwemmen en het water boven haar hoofd uit te laten spatten?
|
|
|
and then he began to feel such a great longing for a swim on the water, that he could not help telling the hen. |
het kreeg zulk een lust om in het water te zwemmen, dat het zich niet kon weerhouden, dit tegen de kip te zeggen.
|
|
|
Tom learned to swim last summer. |
Tom heeft afgelopen zomer leren zwemmen.
|
|