Summary
The Dutch translation for “it” is het.
Examples of "it" in use
There are 552 examples of the Dutch word for "it" being used:
Recording |
English |
Dutch |
Learn |
|
Please wrap it like a Christmas present. |
Wikkel het als een kerstcadeau, alsjeblieft. |
|
|
The distraction makes it difficult to focus. |
De afleiding maakt het moeilijk te focussen. |
|
|
After saying this, she grabbed it and stroked its feathers smooth. |
Dit zeggende, pakte zij het beet en streek zijn veren glad. |
|
|
The gusts of wind made cycling hard. |
De rukwinden maakten het moeilijk om te fietsen. |
|
|
That’s how it arrived at the great swamp, where the wild ducks lived. |
Zo kwam het aan het grote moeras, waar de wilde eenden woonden. |
|
|
it went in at the toes of her shoes and went out again at the heels |
het liep er bij de neuzen van haar schoenen in en bij de hakken weer uit |
|
|
I will lend you any book that I have, so long as you keep it clean. |
Ik zal je eender welk boek lenen, op voorwaarde dat je het schoon houdt. |
|
|
They were bright white and had long, flexible necks: they were swans |
Zij waren spierwit en hadden lange, buigzame halzen: het waren zwanen |
|
|
“It is taking a long time with that egg,” said the duck, who was sitting on it again. |
“Het duurt geducht lang met dat ene ei,” zei de eend, die er nu weer op zat. |
|
|
It lay in the swamp among the reeds when the sun began to shine warmly again. |
Het lag in het moeras tussen het riet, toen de zon weer warm begon te schijnen. |
|