Yanni heeft een huis gebouwd.
Yanni is geïnteresseerd.
Yanni heeft een kaart op zijn telefoon.
Yanni denkt altijd groot.
Yanni praatte met iedereen.
Yanni is terug in Algerije.
Yanni heeft dit niet besteld.
Yanni wist dat zijn familie arm was.
Yanni heeft de popcorn betaald.
Yanni kan stoppen wanneer hij wil.
Yanni heeft geen tijd te verliezen.
Yanni las het menu.
Yanni wil wat pizza.
Yanni leeft in angst.
Yanni is schuldig.
Yanni liegt tegen mij.
Yanni moet dit traag doen.
Yanni is niet tevreden.
Yanni was altijd positief.
Yanni was zoals een magneet.