Understand spoken Dutch

Verbs (simple past) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Thousands of lights were burning upon the green branches and coloured pictures, like those she had seen in the show-windows, looking down upon her. Duizenden lichten brandden er op de groene takken, en bonte prenten, zoals die, welke er voor de winkelramen te zien waren, zagen op haar neer.
I was skiing. Ik skiede.
One evening a strong thunderstorm came; there was thunder and lighting, the rain was pouring down, it was terrible weather! Op zekeren avond kwam er een geducht onweer opzetten; het lichtte en donderde, de regen viel bij stroomen neer, het was een verschrikkelijk weer!
I called him. Ik belde hem.
It’s better to be killed by them, than being bitten by the ducks, pecked by the chickens, kicked by the maiden who feeds the chickens, or starved with hunger in the winter. ’t Is beter, door hen gedood, dan door de eenden gebeten, door de kippen gepikt, door de meid, die aan de kippen eten geeft, geschopt te worden en in de winter gebrek te lijden!
They uttered a strange noise, spread their beautiful, long wings and flew away from those cold regions to warmer countries Zij lieten een eigenaardig geluid horen, spreidden hun prachtige, lange vleugels uit en trokken uit de koude streken naar warmere landen
with respect to ten opzichte van
they had only the roof to cover them, through which the wind was howling, although the largest holes had been plugged with straw and rags. boven zich hadden zij slechts het dak, waardoor de wind heenfloot, al mochten de grootste reten ook met stro en lompen dichtgestopt zijn.
Nobody moved. Niemand bewoog.
she broke down zij stukliep
she giggled ze giechelde
I turned off the radio. Ik zette de radio uit.
Tom sneezed violently. Tom niesde heftig.
I hugged her. Ik omhelsde haar.
The bullet hit the target. De kogel trof het doel.
She nodded, beaming. Ze knikte stralend.
Ron swallowed with difficulty. Ron slikte moeizaam.
She sang with passion. Ze zong met hartstocht.
That’s why I asked. Vandaar vroeg ik het.
when they were leaving toen zij weggingen