Understand spoken Dutch

Verbs (simple past) 8 Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
I used to play the trombone.

Ik speelde vroeger de trombone.

It didn’t envy them at all.

Het benijdde ze volstrekt niet.

And the other children rejoiced with him

En de andere kinderen jubelden mee

And the swans swam around him and stroked him with their beaks.

En de zwanen zwommen om hem heen en streelden hem met hun snavels.

Now he clapped his wings, stretched his slender neck, and cried joyfully, from the depths of his heart

Nu klapte hij met zijn vleugels, richtte zijn slanke hals op en jubelde van ganser harte

Now it realised correctly for the first time his good luck and the magnificence that surrounded him.

Nu erkende het eerst recht zijn geluk en de heerlijkheid, die hem omringde.

He thought about how he had been persecuted and despised, and now he heard them all say he was the most beautiful of all the birds.

Het dacht aan, hoe het vervolgd en bespot was, en hoorde nu allen zeggen, dat het de mooiste van al die mooie vogels was.

And they clapped their hands and danced about, ran to their parents, and bread and cake were thrown into the water

En zij klapten in de handen en dansten in de rondte, liepen naar hun ouders toe, en er werd brood en koek in het water geworpen

One evening a strong thunderstorm came; there was thunder and lighting, the rain was pouring down, it was terrible weather!

Op zekeren avond kwam er een geducht onweer opzetten; het lichtte en donderde, de regen viel bij stroomen neer, het was een verschrikkelijk weer!

It’s better to be killed by them, than being bitten by the ducks, pecked by the chickens, kicked by the maiden who feeds the chickens, or starved with hunger in the winter.

’t Is beter, door hen gedood, dan door de eenden gebeten, door de kippen gepikt, door de meid, die aan de kippen eten geeft, geschopt te worden en in de winter gebrek te lijden!