Laat niet los!
Ze wil het doen.
Het is al zomer.
Het is niet mijn vak.
Is dit wat je zocht?
Mijn koffie is koud.
Hij is altijd op tijd.
Wat voor weer wordt het?
Yanni wil de beste zijn.
Mijn kat is gelukkig.
Mijn kind heeft honger.
Londen is een grote stad.
Tom heeft niet gegeten.
Tom heeft niets gegeten.
Heeft jouw huis een kelder?
Waar is de bus naar Londen?
Kijk je graag televisie?
Waar is de trein naar Londen?
Het wordt een warme dag vandaag.
Dat is het beste voor ons allebei.