te vereffenen
te garanderen
Je mag dit niet verprutsen.
Ik wist dat je het ging verprutsen.
zo prettig, het boven zijn kop te laten uitspatten en op de grond te duiken.
het kreeg zulk een lust om in het water te zwemmen, dat het zich niet kon weerhouden, dit tegen de kip te zeggen.
Maar al de nood en de ellende, welke het eendje in die strenge winter moest doorstaan, te vertellen, zou te akelig zijn.
Te midden hiervan zat in haar nest een eend, die haar jongen moest uitbroeden; maar het begon haar bijna te vervelen, zo lang duurde het, eer de jongen uitkwamen.
En de kater, die zij haar zoontje noemde, kon een hoge rug zetten en spinnen; hij gaf zelfs vonken van zich, maar dan moest men zijn haar de verkeerde kant opstrijken.
Daarbinnen was een verschrikkelijk rumoer; want daar waren twee families, die elkaar het bezit van een palingkop betwistten, en eindelijk kreeg de kat die toch.