Nu kan ik eendeneieren krijgen.
Ik wil niet alleen blijven met Tom.
Mensen kunnen niet leven zonder water.
Hoe vaak ben je in Nederland geweest?
te nemen
te vinden
hij vroeg me
een bad nemen
Ik weet alles.
ik vroeg haar
Hij weet alles.
Kan Tom ons horen?
Ik heb uw hulp nodig.
Ik heb je hulp nodig.
Tom heeft hulp nodig.
Ik kan je niet horen.
Heb je onze hulp nodig?
Komt het nu slecht uit?
Ik kon niemand vinden.
Yanni moet werk vinden.