dit weekend
Herhaal dit nog een keer.
Niemand gaat dit geloven.
Dit is wat hij zocht vanavond.
Ik kan niet slapen met dit rumoer.
Schrijf alstublieft je naam in dit boek.
Ik zeg je de waarheid, al vind je dit ook niet prettig, en daaraan kan men zien, wie zijn ware vrienden zijn
Ik haat dit.
O, wat glom, wat brandde dit!
Wie heeft dit besteld?
Yanni heeft dit niet besteld.
Voor dit eigendom moet u onroerende voorheffing betalen.
Dit is mijn zus.
indien dit zo is
Wat is dit gele ding?
Yanni moet dit traag doen.
Dit voelt als een kaakslag.
Je mag dit niet verprutsen.
dit akkoord wordt nageleefd
Ik wil dit woordenboek kopen.