de zon
Kunnen we in de zon zitten?
de aarde
De aarde is kleiner dan de zon.
De volgende dag was het mooi, heerlijk weer; de zon scheen op alle groene bladeren.
de sterren
zij zag ze nu als sterren aan den hemel
De maan schijnt.
de maan
Gisteren was het volle maan.
De Kerstlichtjes stegen al hoger en hoger: zij zag ze nu als sterren aan den hemel.
de felle zon
de planeet
de planeten
God schiep de aarde.
Achter de wolken schijnt de zon.
het warme, felle licht van de zon
Het lag in het moeras tussen het riet, toen de zon weer warm begon te schijnen.
zij nam het kleine meisje op haar arm, en beiden vlogen in glans en vreugde hoog boven de aarde, oneindig hoog.
Op zekere avond, juist toen de zon in haar pracht onderging, kwam er een hele troep grote vogels uit het bos
