Waar is de badkamer?
toen ik naar de badkamer ging
Is er een badkamer in de kamer?
“Wil je dat nu wel eens laten?” zei de moeder.
Daar moest de prinses nu de hele nacht op liggen.
de weg
de kant
de koning
De kat was dood.
de boerderij
de grootmoeder
de man
de tijd
de stad
de hemel
de dagen
in de stad
de liefde
de winkel
de plaats