Jij weet meer over Tom dan wie dan ook.
ik was een kind en wist niet beter dan dat ’t nooit voorbij zou gaan
De aarde is kleiner dan de zon.
“Wat is de wereld toch groot!” zeiden al de jongen; want nu hadden zij heel wat meer plaats dan in het ei.
Mary heeft meer kleren dan Tom.
Wie zou je dan kunnen begrijpen?
Tom eet meer spek dan Mary.
Tom heeft minder kleding dan Mary.
Tom is hier langer geweest dan Mary.
wijzer dan zij is niemand op de wereld
Tom dronk meer dan Mary.
deze klapten luider dan vroeger en droegen hem krachtig van daar
Daarbij kreeg zij zelden bezoek, want de andere eenden zwommen liever in de gracht rond, dan dat zij eens uit het water kwamen om met haar te praten.
Voorkomen is beter dan genezen.
Tom verdient meer dan zijn ouders.
hij meer geluid maakte dan verstandig was
Je zult toch wel niet wijzer willen zijn dan de kater en de vrouw.
boog zijn kop voorover en verwachtte niets anders dan de dood
Zo fijngevoelig kon niemand anders zijn dan een echte prinses.
En de lucifers schitterden met zulk een glans, dat het helderder werd dan midden op de dag.