“Kijk, zo gaat het nu in de wereld!” zei de moeder der eendjes, en zij stak haar snavel al uit, want zij wilde de palingkop ook wel hebben.”
Hij is zo jong en ziet er zo prachtig uit!
Ik had niet zo boos moeten worden.
“Hoor eens, kameraad!” zeiden zij; “je bent zo lelijk, dat je goed bij ons past.”
Zij legde heerlijke eieren, en de vrouw had haar zo lief, alsof zij haar kind was.
Hoe zou het hem ook in de gedachten komen, te wensen, zelf zo mooi te zijn?
En de kater was heer in huis, en de kip was er zo goed als vrouw, en altijd zeiden zij: «Wij en de wereld!»
Praat niet zo snel.
Zet je poten niet zo binnenwaarts!
Ze is zo mooi als Sneeuwwitje.
Mijn voet is zo dik dat hij niet meer in mijn schoen past.
“Wel zo, hoe gaat het?” vroeg een oude eend, die haar eens een bezoek kwam brengen.
“Dat komt, omdat ik zo lelijk ben,” dacht het eendje, kneep de ogen even dicht en liep toen weer voort.
indien dit zo is
Maar het arme eendje, dat het laatst uit het ei gekomen was en er zo lelijk uitzag, werd gebeten, gestoten en voor de gek gehouden, en dat zowel door de eenden als door de kippen.
een tak die zo dik was als een python
Ik wist niet dat je zo goed kon koken.
Zonder zijn bril is hij zo blind als een mol.
En zo begaven zij zich naar de eendenkooi.
Zo ging het de eerste dag, en later werd het al erger en erger.