“Vlug wat, vlug!” zeide zij.
Zij draagt een bril.
Spreekt zij Engels?
zij zag ze nu als sterren aan den hemel
wijzer dan zij is niemand op de wereld
en, zie je wel, zij heeft een rood lapje om haar poot
Daar zat zij nu onder de heerlijke Kerstboom
Zij legde heerlijke eieren, en de vrouw had haar zo lief, alsof zij haar kind was.
«Dat is een goede vangst!» zeide zij.
Haar voetjes had zij naar zich toe getrokken
“Nu begint het mij haast te vervelen!” en zij ging er weer op zitten.
Zij had prachtige foto’s getrokken van de dieren in de dierentuin.
Van haar vader zou zij zeker slaag krijgen, en thuis was het ook koud.
zij had immers geen enkel doosje lucifers verkocht en bracht geen cent mee
De Kerstlichtjes stegen al hoger en hoger: zij zag ze nu als sterren aan den hemel.
Niemand had er enig vermoeden van, wat al schoons zij gezien had, in welk een glans zij met haar grootmoeder het nieuwe jaar ingetreden was.
Zij haalde er een uit!
Daarbij kreeg zij zelden bezoek, want de andere eenden zwommen liever in de gracht rond, dan dat zij eens uit het water kwamen om met haar te praten.
En zo begaven zij zich naar de eendenkooi.
maar nu werd zij nog kouder, en naar huis durfde zij niet