Wat voor?
Wat zag het er nu uit
Wat zei je?
Wat is er te doen?
Yanni wist wat hij moest doen.
Waar spreken we af?
Waar werkt Jan?
Wat wil Tom nog meer?
Wat denk je van dit boek?
Ze wist niet wat ze hier zou kunnen doen.
Wat doet Jan hier?
Wat doe je?
Wat is je naam?
Wat is hun naam?
Wat is zijn naam?
Wat is haar naam?
Wat is er aan de hand?
Waar is je kat?
Wat een grote hond!
Waar gaat deze bus heen?