Weet jij wat Tom zijn favoriete drankje is?
Haar voetjes had zij naar zich toe getrokken
Hij maakt geen onderscheid tussen goed en kwaad.
Tom kan me beter doen voelen na een slechte dag.
Mijn voet is zo dik dat hij niet meer in mijn schoen past.
hij strekte zijn snoet juist naar het eendje uit
Hier woonde een oude vrouw met haar kater en haar kip.
Waar vind ik een geldautomaat?
Al mijn broers en zussen zijn in Boston geboren.
Tom en ik hebben elkaar al jaren niet gesproken.
Ik denk niet dat het een goede investering is.
We dachten allemaal dat Tom een hartaanval kreeg.
Ik wil met het Amerikaanse consulaat spreken.
Kan ik met een kredietkaart betalen?
Tom is niet zoals andere jongens van zijn leeftijd.
Mary heeft nog niet geantwoord op Tom zijn brief.
Kun je een restaurant aanbevelen met een goed uitzicht?
Hij verwoestte steden en boerderijen op zijn pad.
Zij klapten met hun vleugels en zwommen fier in het water.
Laten we boodschappen doen.