het tafelblad
een rijbewijs
beste vriendin
een schril gemauw
het pleegkind
botweg geweigerd
een gebreid vest
het vliegveld
het vliegtuig
het onderhemd
Enkele reis, graag.
Het draaide zijn kop om, om hem onder de vleugels te steken; maar op hetzelfde ogenblik stond er een vreselijk grote hond dicht bij het eendje.
Één enkel lucifertje zou haar wel goed doen, als zij er maar één uit een doosje durfde nemen, dit tegen den muur afstrijken en zich de vingers daaraan warmen.
de les bijwonen
Ik ben duizelig.
Ik heb diabetes.
mineraalwater
chocolademousse
We hebben verf nodig.
Tom geloofde je.