Understand spoken Dutch

"one (long form)" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
one (long form)

ene

Finally one egg after the other opened.

Eindelijk ging het ene ei na het andere open.

they are all beautiful except that one

zij zijn allemaal mooi, behalve dat ene

“It is taking a long time with that egg,” said the duck, who was sitting on it again.

“Het duurt geducht lang met dat ene ei,” zei de eend, die er nu weer op zat.

In a corner formed by two houses, one of which protruded a little more than the other, she squatted down.

In een hoek, die gevormd werd door twee huizen, waarvan het ene een weinig meer dan het andere vooruitsprong, zette zij zich op haar hurken neer.

Now it noticed that the door had come out of one hinge and slanted so badly that it could sneak through the gap into the room, and that is what it did.

Nu bemerkte het, dat de deur uit het ene scharnier geraakt was en zo scheef hing, dat het door de reet in de kamer kon sluipen, en dit deed het dan ook.

“Look at that! Now we wil get additional ones, as if we are not enough already! And gosh! that one duckling looks so ugly! We don’t want that here! ”

“Kijk eens! Nu moeten wij nog het aanhangsel krijgen, alsof wij al niet talrijk genoeg waren! En foei! wat ziet dat ene eendje er uit! Dat willen wij hier niet hebben!”

“Quack, Quack!” they said, and one duckling after the other plunged into the water; the water splashed around their heads, and they dived under briefly, but soon they came up again and swam excellently.

“Kwak, kwak!” zeide zij, en het ene eendje na het andere plofte er nu ook in; het water spatte hun om de kop, en zij doken even onder, maar kwamen al spoedig weer boven en zwommen uitmuntend.

One slipper was nowhere to be found, and the other one was taken by a boy who ran off with it.

De ene pantoffel was niet weer te vinden, en de andere had een jongen opgeraapt en snelde er mee weg.