Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	lunch	middageten
	this afternoon	deze middag
	the minutes	de minuten
	glove	handschoen
	What’s their purpose?	Wat is hun doel?
	the ducklings	de eendjes
	Good afternoon.	Goedemiddag.
	the traffic	het verkeer
	to learn a language	een taal leren
	the environment	de omgeving
	We live on Earth.	We wonen op aarde.
	working environment	werkomgeving
	in the first month	in de eerste maand
	May I have a glass of wine?	Mag ik een glas wijn?
	the president	de president
	There’s no proof.	Er is geen bewijs.
	the pocket money	het zakgeld
	I drink a lot of wine.	Ik drink veel wijn.
	the chauffeur	de chauffeur
	home environment	thuisomgeving