nieuwe
Ik heb een nieuwe auto nodig.
Ik heb veel nieuwe vrienden gemaakt.
Ik heb dit jaar veel nieuwe vrienden gemaakt.
een nieuwe ganzenveer
Ik heb een nieuwe mobiele telefoon gekocht.
en zij zeiden allemaal: «Die nieuwe is nog de mooiste!
en het kleinste riep: «Daar is een nieuwe zwaan!»
Tegen de morgen vlogen de wilde eenden op en bekeken haar nieuwe kameraad eens.
je nieuwe ketel
zijn nieuwe trui
haar nieuwe ketel
Ik verkoop een nieuwe auto.
Ik begrijp deze nieuwe regels niet.
Niemand had er enig vermoeden van, wat al schoons zij gezien had, in welk een glans zij met haar grootmoeder het nieuwe jaar ingetreden was.
een nieuwe schepping
Ik ben op zoek naar een nieuwe job.
«Ja, er is een nieuwe bijgekomen!»
Tom kocht een nieuwe gitaar voor Kerstmis.
U vindt hierbij uw nieuwe kleefbriefjes.