Understand spoken Dutch

"new (long form)" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
I need a new car.

Ik heb een nieuwe auto nodig.

I’ve made a lot of new friends.

Ik heb veel nieuwe vrienden gemaakt.

I made a lot of new friends this year.

Ik heb dit jaar veel nieuwe vrienden gemaakt.

a new quill

een nieuwe ganzenveer

I bought a new mobile phone.

Ik heb een nieuwe mobiele telefoon gekocht.

and they all said: “That new one is the most beautiful of all!”

en zij zeiden allemaal: «Die nieuwe is nog de mooiste!

and the smallest shouted: “there is a new swan!”

en het kleinste riep: «Daar is een nieuwe zwaan!»

By the morning the wild ducks flew up and looked at their new companion.

Tegen de morgen vlogen de wilde eenden op en bekeken haar nieuwe kameraad eens.

your new boiler

je nieuwe ketel

his new sweater

zijn nieuwe trui

her new cauldron

haar nieuwe ketel

I’m selling a new car.

Ik verkoop een nieuwe auto.

I don’t understand these new rules.

Ik begrijp deze nieuwe regels niet.

No one could imagine the beautiful things she had seen, nor into what glory she had entered with her grandmother, on New Year’s Day.

Niemand had er enig vermoeden van, wat al schoons zij gezien had, in welk een glans zij met haar grootmoeder het nieuwe jaar ingetreden was.

a new creation

een nieuwe schepping

I am looking for a new job.

Ik ben op zoek naar een nieuwe job.

“Yes, there is a new one!”

«Ja, er is een nieuwe bijgekomen!»

Tom bought himself a new guitar for Christmas.

Tom kocht een nieuwe gitaar voor Kerstmis.

You will find here your new sticky labels.

U vindt hierbij uw nieuwe kleefbriefjes.

New drivers have to bring relief

Nieuwe chauffeurs moeten soelaas brengen