jongens en meisjes
Was er iemand gewond?
Ik blijf vier nachten.
sluitingstijd
en ik bedoel grondig
Zij haalde er een uit!
een budget opmaken
het huishouden
Ik heb hoofdpijn.
Liefde kan blind zijn.
Yanni is schuldig.
Yanni liegt tegen mij.
Dat huis is niet te koop.
Ze schudt haar hoofd.
Wie hoor ik fluiten?
Ik wil ervan genieten.
het implantaat
Dat is niet leuk; het is saai.
te veroordelen
de verdiensten