het ruggenmerg
het rundsvlees
Ik zie je vanavond.
We verkopen vers vlees.
Tom draagt geen bril.
Mag ik je iets vragen?
het vertrouwen
We zijn eindelijk vrij.
Spreekt zij Engels?
Het hangt van het bedrijf af.
Geef me mijn ring terug.
de bushalte
Ik kan je niet volgen.
Tom vond zijn telefoon.
de voorheffing
de verdediging
de huurprijs
Kun je een bar aanbevelen?
de restaurants
Hoeveel geduld heb je?