Hoeveel gaat het kosten?
Ik wou dat iedereen dit wist.
het vakgebied
Mag ik even uw aandacht?
Waar kennen we elkaar van?
Mag ik het menu, alstublieft
Ik ben blij dat je er niet was.
We zijn blij dat je kon komen.
de luchthaven
Ik ga even naar het toilet.
Lezen is niet gemakkelijk.
Waarom was je te laat in de les?
Hoeveel talen wil je leren?
het schoolbord
We gingen samen winkelen.
Je bent een erg rijk persoon.
Ik wil dat je bij Tom blijft.
zei de vrouw en keek in de rondte
Hoe kom ik bij het centrum?
een lijst met schoolboeken