de hoofdstad
Yanni wil de beste zijn.
Ja, daaraan dacht zij.
Ze hebben al gegeten.
twee maanden geleden
Mijn kat is gelukkig.
Ik drink te veel koffie.
de snelwegen
Mijn kind heeft honger.
Die mensen daar ken ik niet.
Waarom doen we het nu niet?
Eet je graag knoflook?
Zijn jullie gelukkig?
Londen is een grote stad.
Zeep, alsjeblieft.
Tom heeft niet gegeten.
Mogen we de wijnkaart zien?
Tom maakte thee voor Mary.
Ik ben bang om alleen te zijn.
Ik heb al genoeg gegeten.