Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
"he" Practice Lesson
"he" Practice Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Learn
Recording
English
Dutch
Status
Does he have a chance of winning the election?
Heeft hij een kans om de verkiezingen te winnen?
He walked towards them with great strides and waving arms.
Hij liep met grote passen en maaiende armen op hen af.
He’s a descendant of Queen Victoria!
Hij is een afstammeling van koningin Victoria!
Whenever he comes up to Tokyo, he stays with us.
Telkens als hij in Tokio komt, brengt hij de nacht bij ons door.
He was a great admirer of Albert Einstein.
Hij was een groot bewonderaar van Albert Einstein.
He turned his back on me when I needed him most.
Hij keerde me de rug toe wanneer ik hem het meeste nodig had.
After he’d been at the festival, he had problems with his hearing.
Nadat hij op het festival was geweest, had hij last van zijn gehoor.
At first, Tom thought French was difficult, but now he thinks it’s easy.
Aanvankelijk vond Tom Frans moeilijk, maar nu vindt hij het makkelijk.
“Actually, he is not that ugly, if you look closely at him!”
“Eigenlijk is hij toch nog zo lelijk niet, als men hem maar eens goed bekijkt!”
Now he clapped his wings, stretched his slender neck, and cried joyfully, from the depths of his heart.
Nu klapte hij met zijn vleugels, richtte zijn slanke hals op en jubelde van ganser harte.
Now he traveled all over the world to find such a one, but all he saw lacked something.
Nu reisde hij de hele wereld rond, om zo één te vinden, maar aan allen, die hij zag, ontbrak wat.
At first he did not realize that he had won the speech contest.
Aanvankelijk besefte hij niet dat hij de speech-wedstrijd had gewonnen.
He was caught red-handed with the stolen goods.
Hij werd op heterdaad betrapt met de gestolen goederen.
When he saw the duckling, he approached it, broke the ice in pieces with his clog, and took the animal home to his wife.
Toen hij het eendje zag, ging hij er heen, trapte het ijs met zijn klomp aan stukken en bracht het dier naar zijn vrouw toe.
“No, it’s not a turkey,” thought the old duck; “Look how strong he hits his legs and how straight he knows how to keep himself!”
“Nee, het is geen kalkoen,” dacht de oude eend; “kijk eens, hoe ferm hij met zijn poten slaat en hoe recht hij zich weet te houden!”
he replaces
hij vervangt
How much does he weigh?
Hoeveel weegt hij?
He is a fast runner.
Hij kan snel rennen.
he rubbed his chin
hij wreef over zijn kin
He leaves the house.
Hij verlaat het huis.
Pagination
First page
« First
Previous page
‹ Previous
…
Page
12
Page
13
Page
14
Page
15
Current page
16
Page
17
Page
18
Page
19
Page
20
…
Next page
Next ›
Last page
Last »