Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
"green (long form)" Practice Lesson
"green (long form)" Practice Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Learn
Recording
English
Dutch
Status
green eyes
groene ogen
Yanni is drinking green tea.
Yanni drinkt groene thee.
green tree
groene boom
green leaves
groene bladeren
bottle green
flesgroene
The little green owl has the best language school I know.
De kleine groene uil heeft de beste talenschool die ik ken.
green beans
groene bonen
the green beans
de groene bonen
Caterpillars enjoy eating green leaves.
De rupsen eten graag groene bladeren.
Behind that green car is a red trailer.
Achter die groene auto hangt er een rode aanhangwagen.
green lettuce
groene sla
green salad
groene salade
Snails enjoy eating green leaves.
Slakken eten graag groene bladeren.
emerald-green
smaragdgroene
green limes
groene limoenen
and before he well knew how it had happened, he found himself in a large garden, in which fragrant elders bent their long green branches down to the water
en voordat het beest het recht wist, bevond het zich in een grote tuin, waarin de vlierbomen geurden en hun lange, groene takken tot in het water neerbogen
Thousands of lights were burning upon the green branches and coloured pictures, like those she had seen in the show-windows, looking down upon her.
Duizenden lichten brandden er op de groene takken, en bonte prenten, zoals die, welke er voor de winkelramen te zien waren, zagen op haar neer.
green peppers
groene pepers
The oxen graze in the green pasture.
De ossen grazen in het groene weiland.
Cycling through the green avenue is always relaxing.
Fietsen door de groene laan is altijd ontspannend.