Tom viel van het balkon.
Er viel een vlieg in de melk.
Ik viel in slaap terwijl ik tv keek.
het gaf licht, en waar het schijnsel op den muur viel, werd deze doorzichtig als een sluier
Pieter viel hem in de rede
één daarvan viel naar beneden en vormde een lange, vurige streek.
Op zekeren avond kwam er een geducht onweer opzetten; het lichtte en donderde, de regen viel bij stroomen neer, het was een verschrikkelijk weer!
Er viel een galmende stilte.