konden
Ik wou dat we konden helpen.
een paar seconden lang konden ze geen vin verroeren
Waarom konden we niet door dat dranghek?
Tom en Mary konden niet zoveel eten als ze wouden.
En nu haasten zich al de kleine eendjes, wat zij konden, en zij kwamen uit de eieren te voorschijn en keken naar alle kanten onder de groene bladeren; en de moeder liet ze kijken, zoveel als zij maar wilden; want groen is goed voor de ogen.