«Ik denk, dat ik de wijde wereld maar in zal gaan!» zei het eendje.
en op de heg zat een raaf en deed haar klagend gekras horen
het was overgelukkig, maar volstrekt niet trots
en daar boven was noch koude, noch honger, noch angst, zij waren bij God!
daarop nam zij twintig matrassen en legde deze op de erwt
Houd ermee op elkaar te veroordelen.
Deze man leeft gewoon als een dokter, niet als een held of een martelaar.
Hier lag het de gehele nacht; het was vermoeid en verdrietig.
Je zult toch wel niet wijzer willen zijn dan de kater en de vrouw.
Ik weet dat je weer verdwijnt als het lucifertje uitgaat.
en langs het tuinpad van m’n vader zag ik de hoge bomen staan
Dit zeggende, pakte zij het beet en streek zijn veren glad.
tenzij je een uitzonderingsbrief van de overheid ontvangt
en legde een erwt op de onderlagen van het ledekant neer
Laat dat maar liggen, en leer je andere kinderen liever zwemmen!
en het eendje zat in de hoek en voelde zich diep ongelukkig
Het hulpmiddel bij uitstek voor dieven en plunderaars!
Zo kwam het aan het grote moeras, waar de wilde eenden woonden.
Bert loopt naar een bushalte en ziet daar een andere reiziger staan.
want zij dachten, dat zij de helft waren, en verreweg de beste helft